Blog

Nieuwe omgevingswet

Gepubliceerd op:
18/10/2022

Met de nieuwe Omgevingswet, die per 1 januari 2023 dan eindelijk wordt ingevoerd, bundelt en moderniseert de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling. Op papier lijkt het een gouden greep. In een klap gaan we van 26 verschillende wetten naar slecht één algemene wet. Een die burgers en bedrijven meer invloed dan ooit geeft over hoe we Nederland gaan inrichten. Maar voor we kunnen profiteren van dit nieuwe beleid, zal het eerst moeilijker worden, waarschuwt William Verbij, hoofd omgevingsmanagement van Van Gelder.

Eerst maar eens stukje achtergrond over die nieuwe Omgevingswet. Want deze heeft volgens Verbij een lange geschiedenis. In eerste instantie zou de wet al in 2019 worden ingevoerd. Sterker nog, de Eerste en Tweede Kamer keurden deze wet in 2016 al goed. De reden daarvoor was simpel, zegt William: “De voorganger van de wet, de Wet ruimtelijke ordening, bleek zelfs in een versimpelde versie nog te stroperig in de praktijk. Alsnog moesten aannemers aan een heel systeem van vergunningsaanvragen voldoen om ergens überhaupt aan de slag te mogen. En dan had je daarnaast ook nog eens te maken met alle mogelijk aanvullende eisen van de waterschappen. Best een ingewikkelde puzzel, maar tot eind dit jaar nog wel een die overal hetzelfde is. Of je nu in gemeente A of B een vergunningsaanvraag doet; de procedures zijn altijd gelijk. De Rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen, als vertegenwoordigers van de burger, bepalen hoe de openbare ruimte wordt ingericht.” 

Hij vervolgt: “Houd je je aan die regels, dan krijg je zonder morren een vergunning. Moeilijker wordt je wanneer je iets wilt gaan doen wat niet helemaal strookt met het bestemmingsplan. Denk aan woningen bouwen op een verlaten bedrijfsterrein. Mogelijk mag dat alsnog wanneer je voldoet aan een aantal voorwaarden. Maar de wens en wil van de overheid is leidend. Als zij iets echt niet willen, dan gebeurt het ook niet. En dat is best lastig, als je bedenkt dat we in Nederland misschien wel een miljoen nieuwe huizen willen gaan bouwen.” 

Veranderingen in nieuwe wet

‍De nieuwe Omgevingswet zit anders in elkaar, omdat deze enerzijds meer ruimte geeft aan wat bewoners of bedrijven zelf willen. Anderzijds wordt het partijen met de introductie van een digitaal omgevingsloket, waarin je direct ziet wat er mag in de leefomgeving, vele malen makkelijker gemaakt die plannen in te dienen. Bijvoorbeeld door meteen een vergunning aan te vragen.

“Waar we nu naartoe gaan”, vertelt William, “is een systeem waarin iedereen draagvlak moet hebben voor wat je wilt gaan doen. Oftewel een bottom-up versus top-down systeem. De mogelijkheden die dit biedt, zijn ongekend. Zo ken ik een voorbeeld uit Sint-Michielsgestel waar buurtbewoners het initiatief namen voor een coöperatieve energiecentrale in de rivier De Dommel. De stuw waarop deze is gebouwd, is in beheer van het lokale waterschap. Een partij die burgers in de oude situatie nooit toestemming had gegeven voor een dergelijk plan. Maar in de geest van de nieuwe Omgevingswet wilden ze wel meewerken. Helemaal toen bleek dat omwonenden, naast een uitgewerkt plan, via crowdfunding al bijna een miljoen euro bij elkaar hadden gebracht voor de aanschaf van de generator.”

Ieder in z'n eigen tempo

Ook Van Gelder kan hierin zijn voordeel pakken, stelt William. “In potentie kunnen we nog meer de regisseur van onze eigen buitenruimte worden. Maar een en ander vergt wel een andere aanpak. Zeker wat de komende zes jaren betreft. Want hoewel de Omgevingswet per 1 januari 2023 wordt ingevoerd, krijgen gemeenten tot 2029 de tijd om aan alle eisen daaromtrent te voldoen. Ieder in zijn eigen tempo. Gevolg daarvan is dat sommige gemeenten al helemaal klaar zijn voor de nieuwe realiteit en andere nog niet eens zijn begonnen. Stel dus dat jij een project hebt die door meerdere gemeenten loopt, dan kan het zo zijn dat je bij de ene gemeente dingen anders moet regelen dan bij de ander. Dat maakt een en ander nu zo lastig. Zeker is dat ook wij als Van Gelder onze werkwijze moeten aanpassen. Want deze nieuwe manier van werken heeft verstrekkende gevolgen, waarvan iedereen zich wel bewust moet zijn. William: “Waren we tot tien jaar geleden vooral doeners die uitvoerden wat ze moesten doen. Inmiddels bedenken we ook hoe een bouwwerk eruit moet gaan zien. Wat je er straks nog bij krijgt, is hoe je zorgt dat de omgeving tevreden is voordat je gaat beginnen. Als omgevingsmanager word ik daar wel vrolijk van. Als we zaken aan de voorkant goed geregeld hebben, betekent dat rust tijdens de uitvoering. En dat is voor het bedrijf weer goed. Want rust in de toko betekent dat je je werk op een efficiënte manier kunt uitvoeren. Dat je niet verrast wordt door onverwachte gebeurtenissen of onverwachte kosten.”


Wil je meer informatie?

William Verbij

Hoofd Omgevingsmanagement